Bevrijding mét kapot brilletje

canadeesDe Nieuwmarktbuurt was murw geslagen. Hoeveel kon een mens nog verdragen? De rek was er volkomen uit. De helft van de buurtbewoners waren weggevoerd. Hele straten waren ten prooi gevallen aan de ‘houtjacht’. Veel gezinnen moesten het zonder vaders stellen want te werk gesteld in de Duitse oorlogsindustrie. De verschrikkelijke winter. Maar vooral de hongersnood met zijn duizenden doden. Er werd gesmacht naar de bevrijding. Een voorzetje daarop was de zelfmoord van de ‘Führer aller Duitsers’.  ‘Opeens gonsde het in de buurt,’zegt Kees. ‘De Canadezen komen er aan. Ze zijn al over de Berlagebrug. Iedereen wilde naar de Dam. Wij ook! Mam gaf toestemming.  Pa, Mientje en Frans gingen met zijn drieën. Jan, Reggie en ik gingen samen. Ik moest ma plechtig beloven dat ik Reggie, toen een ventje van acht jaar, stevig bij zijn hand zou houden. Op de Dam was het ontzettend druk. Niet te geloven. Bij de ingang van de Kalverstraat, links van het Paleis stond een grote muziektent. Je voelde de zindering. Opeens kwamen de eerste Canadese trucks en tanks. Die reden een rondje om de Dam heen en vertrokken weer.’
schietpartij op de dam 7 mei 1945 (3)De feestende en hossende menigte achter latend. Met het vertrek van de bevrijders werd de sfeer opeens grimmiger. In de Groote Club, hoek Kalverstraat en Dam zaten Duitse militairen. De laatste voelde zich in het nauw gedreven. Een probleem dat volgens Pruisische mores werd opgelost. Op het dak van de Groote Club verschenen soldaten: mét hun mitrailleurs. ‘Opeens begon het schieten,’vult Kees aan. ‘Wij stonden vooraan. De menigte was compleet in paniek. Iedereen renden richting Damrak. Reggie en ik ook’.

Dekking zoeken
Een op hol geslagen menigte in doodsnood. Als een alles vernietigende stroom. ‘Reggie werd, door de rennende horde, uit mijn handen gewrongen. Links en rechts om mij heen zag ik mensen vallen. Ik werd met de stroom meegevoerd. Het Damrak op. In de gevel van de Bijenkorf heb je een inkeping. Ik ben daar dekking gaan zoeken.’ Wat eerst een veilige haven bleek werd een opmaat voor een drama. Niet alleen Kees zocht beschutting tegen het  moordende Duitse vuur. In doodsnood dachten tientallen anderen daar ook over.
‘Ik zag in die hoek een man zich veilig maken door zich plat op de grond te werpen. In een flits dook ik naast die man. Ook plat tegen de stoeptegels.  Maar er kwamen steeds meer mensen bij. Die doken boven op ons,  om uit de baan van de kogels te blijven. Er lagen zoveel mensen boven mij dat het plotseling pikdonker werd. Ik voelde letterlijk de lucht uit mijn longen geperst worden.
keesoorlogs 023Help, help, ik stik, schreeuwde ik in doodsnood. Een man, zo’n typische volksbuurter merkte dat en die begon te vloeken en te schreeuwen: sodemieter jullie op er stikt hier een jongetje! Opeens werd het weer licht en kreeg ik weer lucht. En kon er tussen uit glippen. Ik kwam heelhuids thuis. Alleen de twee glazen van mijn brilletje waren kapot.’

Ondertussen in de Montelbaanstraat 13
Onder het uitroepen van ‘Coba, Coba, er is iets vreselijks gebeurd’, kwam tante Jo, de zus van pa, de trap opgestormd. ‘Er wordt op de Dam geschoten’. Om er aan toe te voegen dat er inmiddels honderden doden waren gevallen, bezorgde Jo, haar schoonzus een hartverzakking. Ga daar als moeder maar even aan staan: zo’n beetje het hele gezin van Coba stond op de Dam. Het werd het zwaarste uur uit haar leven. Het zenuwslopende wachten begon. Als eerste kwam ik thuis. Even later gevolgd door Reggie’. En de laatste nam ook onvervalste horror mee. Reggie belde eerst aan.
Kees: ‘Moeder deed open. In de portiek stond een klein vuurrood ventje.  Ma viel zowat flauw van de schrik.  Reggie, van zijn kruin tot aan de voeten zat helemaal onder het bloed. Het was net een rood duiveltje. Ik hoor nu nog mijn moeder schreeuwen: o, Reggie wat is er met je jongen?
Copy of familiespook 016Niks hoor, antwoordde mijn broertje, een flegmatiek kereltje. Ik ben over een lijk gestruikeld. Na mijn broertje meldde Frans zich. Iets later Jan. Mientje en pa kwamen daarna’. 
Nadat Reggie in de keuken was schoon geschrobd kwamen de verhalen los. Overleveringen die jarenlang in de familie rondzongen en waarvan nog twee leden van het gezin daar ooggetuige van was: Kees en Reggie.

Foto 4: De hoek van de Bijenkorf waar Kees zijn leven aan te danken had. In het midden op de achtergrond ‘De Groote Club’. Foto 4: Reggie.

3 gedachtes over “Bevrijding mét kapot brilletje

  1. Stella Klumper 6 mei 2020 / 19:37

    Mijn vader, die niet meer leeft, heeft dit ook mee gemaakt. Hij was 8 jaar toen de oorlog begon, dus hij zal zo,n 12, 13 jaar zijn geweest. Hij woonde op de nieuwezijdsvoorburgwal en de schietpartij heeft hij gelukkig overleefd. Hij is naar het Damrak gerend en heeft daar in een winkel geschuild.

    Like

Plaats een reactie